Vergroten van de biodiversiteit voor een natuurlijk(er) evenwicht
Isaäc Bos
Vergroten van de biodiversiteit voor een natuurlijk(er) evenwicht
In Weteringbrug vind je de boerderij van Isaäc Bos. Zijn familie heeft hier sinds 1915 en al drie generaties lang een boerenbedrijf. Eerst was dat ‘gangbaar’ met onder andere uien en aardappels die je ook langs de weg kon kopen. Sinds 2018 is Isaäc dat anders gaan doen. Het begon met omschakelen van gangbaar naar biologisch, vervolgens zette hij de stap naar strokenteelt. De nieuwste uitdaging is de combinatie van strokenteelt met agroforestry. Zijn verhaal klinkt als één groot avontuur dat bol staat van het experimenteren.
Anders dan gewoon
“Problemen met aaltjes”, geven in 2018 de doorslag om het roer om te gooien. Die aaltjes (heel kleine wurmpjes) tasten de gewassen aan. Isaäc voelt er niet voor om dit probleem zoals gebruikelijk met een hoop bestrijdingsmiddelen aan te pakken. Voor een goed weerwoord is meer bodemleven en biodiversiteit nodig zodat de natuur zijn werk kan doen. En dus besluit Isaäc om over te schakelen op biologische landbouw. Zo hoopt hij het evenwicht tussen plaaginsecten en diens natuurlijke vijanden te herstellen. In een gezond ecosysteem eet het ene beestje de ander en kan er nooit een dominant en daarmee schadelijk worden.
Dat betekent voor Isaäc bloemstroken toevoegen en het land het hele jaar door zo groen mogelijk laten. Zo kunnen de natuurlijke plaagbestrijders beter overwinteren en kunnen ze ook makkelijker bij de plaaginsecten in zijn gewassen komen.
Nu een aantal jaar later en op basis van veel uitproberen, werkt Isaäc aan de hand van vijf speerpunten:
- Hij teelt in stroken van drie meter breed waarin telkens wisselende gewassen staan, zodat de bodem ‘fit’ blijft en niet uitgeput raakt. In zijn teeltplan komt elk gewas iedere 6 jaar terug op een strook. De gewassen zijn onder andere bonen, pompoenen, tarwe, erwten én bloemenstroken;
- Hij teelt dit biologisch, zonder gewasbeschermingsmiddelen en zonder kunstmest;
- Hij zorgt voor ‘niet-kerende grondbewerking’, oftewel zonder grote zware ploegmachines die diep in de grond ingrijpen;
- Hij maakt gebruik van vaste rijpaden zodat de grond waarop geteeld wordt niet verdicht raakt door er telkens overheen te rijden;
- Hij gebruikt geen dierlijke mest.
Als één van de weinige boeren in Nederland en zelfs als enige boer in Haarlemmermeer, heeft het bedrijf zelfs een Bio-Vegan certificaat doordat er geen dierlijke mest wordt gebruikt. Echte kringloop landbouw noemt Isaäc dat zelf. “Ik wilde het bedrijf meer zelfvoorzienend maken. Veevoer verbouwen en ruilen voor mest leek mij ook onzinnig: je kunt het gras dan beter meteen zelf als meststof gebruiken en de maag van de koe overslaan. Dan blijft er nog meer over ook.”
Ik hoop dat iedereen over 10 jaar zegt; ‘dat was een goed idee’
Blijvend experimenteren
Er zijn de afgelopen jaren al de nodige veranderingen geweest op de boerderij van Isaäc maar ook voor de toekomst heeft hij nog plannen genoeg, van klein tot groot.
Boeren met burgers in een CSA
Zo wil hij graag een keet op het erf omtoveren tot ontvangstruimte. En dat sluit dan mooi aan op het idee dat hij een Community Supported Agriculture (CSA) tuinderij kan worden. Bij zo’n samenwerkingsverband is er een direct partnerschap tussen burgers en de boer(en). Omdat Isaäc zelf nog geen opvolger heeft, biedt dit wellicht ook mogelijkheden voor het voortbestaan van zijn bedrijf. In Cruquius vind je bijvoorbeeld De Wickevoorter Stadsboeren die ook volgens dit model werken.
Leren van de CropMix
Ook wil Isaäc nog meer stappen zetten in het optimaliseren van de planten- en insectenpopulatie rondom de strokenteelt. Dit doet hij via het onderzoeksprogramma CropMix van de WUR. Hierin onderzoekt hij de effecten van het telen van meerdere gewassen op het ecosysteem van zijn land.
“Na de oorlog werd er vooral ingezet op ‘nooit meer honger’ en dat betekende een enorme aandacht voor zo veel mogelijk productie tegen een zo laag mogelijke prijs. Dat ging nu eenmaal makkelijker met minder gewassen, veel mest, gewasbescherming en schaalvergroting. Voor die tijd teelden boeren wel 20 soorten gewassen. Tegenwoordig ligt de focus op enkele gewassen zoals aardappelen, uien, tarwe en suikerbieten. Maar daar betalen we, of in ieder geval de bodem en de natuur, wel een prijs voor.” Daarom onderzoeken ze in CropMix het effect van het telen van weer meer verschillende gewassen met minder toevoegingen, zodat de natuur beter haar werk kan doen.
Isaäc is trots op de laatste meetgegevens. Op het gebied van soorten beestjes scoort hij nog gemiddeld, maar op het gebied van soorten planten scoort hij ver boven de verwachtingen. We raken vervolgens in gesprek over de loopkever die afgelopen jaar een belangrijke taak had kunnen vervullen bij het tegengaan van de naaktslak. Door het natte voorjaar was die slak alom vertegenwoordigd en heeft zo heel wat oogsten opgegeten. Niet alleen op boerderijen maar ook in moestuinen en tuinen. De loopkever had uitkomst kunnen bieden. Die leeft namelijk onder andere van de larveneitjes van de naaktslak. Kennelijk miste de loopkever toch nog wat aan onderdak in Isaäcs mooie stroken, want ook grote delen van zijn oogst zijn in de buikjes van deze slakken terechtgekomen. Hadden houtwallen of meer bomen uitkomst kunnen bieden?
Agroforestry
Of dat zo is gaat Isaäc uitvinden op een nieuw perceel van 5,3 hectare. In samenwerking met Natuur en Milieufederaties, het Louis Bolk Instituut en Fruitz for Life doet Isaäc hier mee aan een project om kennis op het gebied van agroforestry verder uit te breiden.
Maar liefst 900 boompjes zijn er het afgelopen jaar geplant en vanaf 2026 zal er op een nieuwe manier gewerkt worden: de gewassen worden geplant tussen de stroken met struiken en bomen en ook tussen bloemrijke akkerranden. Die mix van elementen zorgt dat de biodiversiteit verbetert. Zo trekken de struiken bijvoorbeeld bepaalde insecten aan – zoals die loopkever – die op zijn beurt de slakken opeet die anders de gewassen zouden aantasten. Een natuurlijke vorm van gewasbescherming.
Ook zorgen de struiken voor meer schaduw en het vasthouden van vocht wat de grond gezonder maakt. “Een robuust systeem voor de toekomst” noemt Isaäc het in de video die de Natuur en Milieufederatie Noord-Holland van hem maakte.
Voorvechter van biologisch
Ook steekt Isaäc veel tijd in samenwerking met verschillende partijen en collega’s uit de biologische ketens. Hij zit bijvoorbeeld in het bestuur van de vereniging Bio Noord Holland om te zorgen voor een robuust netwerk met kennis, vaardigheden en slagkracht.
Daarbij is hij ook groot voorstander van het aansluiten bij een biologisch keurmerk als SKAL. Er zijn nu boeren die wel regeneratief of biologisch dynamisch boeren, maar nog niet voor een officiële SKAL-registratie kiezen omdat ze dat teveel gedoe en kosten vinden voor te weinig voordeel. Isaäc snapt zijn collega’s maar vindt het toch zonde. Zo blijft de ‘echte’ biologische markt namelijk minder zichtbaar en kun je dus ook minder een vuist maken. Hij doet zijn best ze enthousiast te maken toch aan te sluiten.
(Haarlemmermeerse) uitdagingen
Bij het optimaliseren van de biodiversiteit op de boerderij voor een natuurlijker evenwicht zijn er ook allerlei uitdagingen die samenhangen met de omgeving. In Haarlemmermeer krijg je er dan een paar specifieke gepresenteerd. Zo hangt het krijgen van vergunningen voor meer bomen samen met (vliegroutes naar) Schiphol. En de snelweg – de boerderij ligt naast de A4 – en Schiphol zorgen voor veel lichtvervuiling, wat insectenpopulaties beïnvloedt. Zoiets geldt ook voor grote windmolens. Als die dichtbij staan, dan hebben ze ook gevolgen voor luchtstromen waar vogels en insecten in vliegen. Kleinere systemen zijn vanuit dat perspectief dan wenselijker.
Hoe blijven gangbaar en biologisch goede buren?
Hoe meer beestjes (insecten) en hoe meer plantjes (onkruiden) hoe beter en gezonder het is voor de strokenteelt en biologische en regeneratieve landbouw. Maar hoe verhoudt zich dat tot een omgeving waar gangbaar wordt gewerkt? Daar zitten soms lastige addertjes onder het gras.
Als er bijvoorbeeld bij de buren met gewasbeschermingsmiddelen gespoten wordt en de wind verandert plotseling van richting of is toch wat sterker dan gedacht. Als deze stoffen daardoor per ongeluk op de gewassen van Isaäc terecht komen kan hij die niet meer verkopen als (vegan-)biologisch. En omgekeerd heeft de buurman misschien weer last van het rijkere bodemleven van Isaäc dat zich niets aantrekt van zijn akkergrenzen.
Samenwerken
Geen enkele verandering kan volledig op zichzelf staan, ook niet op de boerderij van Isaäc. “We moeten het samen doen”. Hij verwelkomt dan ook iedereen die meer wil weten, in gesprek wil gaan en samen met hem het experiment opzoekt.

